Geschiedenis en werking van etherische oliën
Aromatische oliën worden al duizenden jaren gebruikt in parfums en cosmetica en in medische en culinaire toepassingen. De bekendste gebruikers uit de oudheid zijn misschien wel de Egyptenaren. De oude Egyptenaren waren experts op het gebied van cosmetica en beroemd om hun kruidenpreparaten en –zalven. Cleopatra zou zelfs gebruik hebben gemaakt van rozenolie om Marcus Antonius te verleiden.
Natuurlijke cosmetica en parfumstoffen behoorden tot de eerste handelswaar. De kennis van etherische oliën werden door de Egyptenaren overgedragen op de Grieken, die op hun beurt de kennis weer overdroegen op de Romeinen. De kennis drong ook langzamerhand door in Europa. In de middeleeuwen maar ook bijvoorbeeld in de 1e wereldoorlog werd gebruik gemaakt van etherische oliën in medische toepassingen.
De complexe chemische samenstelling van een etherische olie is verantwoordelijk voor de specifieke eigenschappen van die betreffende olie. De verschillende terpenen, alcoholen, fenolen, aldehyden etc. hebben allen hun eigen karakteristieke werking.
Etherische oliën hebben daarom o.a. de volgende eigenschappen:
- bacterie/virus/schimmeldodend,
- ontsmettend,
- wond helend,
- pijnstillend,
- bloeddrukverhogend of verlagend,
- ontstekingsremmend,
- opwekkend,
- kalmerend etc.